Condensdroger

CONDENSDROGER

Wanneer er een hoge luchtvochtigheid aanwezig is in uw woning, geven wij het advies voor het plaatsen van een elektronische condensdroger. De ideale luchtvochtigheid in een ruimte ligt tussen de 50 en maximaal 60%.

Een hoge luchtvochtigheid is schadelijk voor uw gezondheid. Vaak zie je ook een schimmelvorming op wanden en meubels. Ook voor ongedierte zoals, schimmels, pissebedden en huismijt is dit een ideale leefruimte.

De toepassingen zijn groot zoals in:

Woningen, kelders, kruipruimten, winkels, computerruimten, kantoorruimten, garage/schuur, caravans, boten.

Vocht Expert Nederland heeft diverse condensdrogers in haar programma. Welk type condensdroger u nodig heeft hangt af van de grootte van de ruimte en de vochtigheid.

U kunt hier gratis en vrijblijvend een advies over krijgen.

UITLEG OVER DE WERKING

Principewerking
De vochtige lucht wordt eerst door een filter aangezogen, waar vuil en stofdeeltjess achterblijven en gaat vervolgens door de verdamper. Hier wordt de lucht ca. 16° afgekoeld en zal het vocht uit de lucht condenseren. De vochtdeeltjes zullen zich afzetten op het koude oppervlak van de verdamper. Onder de verdamper vangt de lekbak deze vochtdruppeltjes op, om deze af te voeren naar het condensreservoir of een permanente aansluiting op een afvoerleiding. De ontvochtigde lucht vervolgt zijn weg door de condensor waar de lucht tot kamertemperatuur opgewarmd wordt, door de warmte op te nemen uit het koelmiddel van de condensdroger. Daarna komt de lucht weer in de ruimte terug waar de condensdroger staat opgesteld.

Hygrostaat
Om de gewenste luchtvochtigheid te bereiken is er een humidistaat (vochtsensor) toegepast. Deze controleert de luchtvochtigheid van de aangezogen lucht, en zal indien deze te hoog is de koelcompressor starten om de lucht af te koelen en te ontvochtigen. Zodra de gewenste luchtvochtigheid bereikt is, stopt de compressor om zo de gewenste vochtigheidsgraad in stand te houden. Het koelsysteem van een condensdroger is dus eigenlijk hetzelfde als bij een airconditioner, zij het dat er geen warmte afgevoerd wordt en de ruimtetemperatuur constant zal blijven.